zondag 1 september 2013

Het leengoed de Hof te Spoolde

In dit artikel wil ik wat dieper ingaan op de geschiedenis van de Hof als leengoed. De basis hiervoor is het leenrepertorium van de bisschop van Utrecht en de provincie Overijssel.

Het leenstelsel was een middel voor machthebbers om de loyaliteit van lokale edelen en andere voorname lieden te verkrijgen. Vroeger was de machthebber in een bepaald gebied een koning, keizer of een bisschop, zoals in Utrecht en Overijssel. Om de macht te kunnen uitoefenen in zijn gebied had de machthebber de steun nodig van vooraanstaande mannen. In ruil voor de steun kregen de mannen het vruchtgebruik van landerijen (of andere zaken waar een vruchtgebruik op mogelijk is).

Een stuk land dat in leen wordt gegeven noemen we een leengoed. De uitgevende partij is de leenheer, de ontvangende partij de leenman. Een leen werd vaak doorgegeven van vader op zoon (of dochter), maar het kwam ook voor dat een leen overging op een andere partij, met noemde dat een 'opdracht'. De leenman ging in de regel niet zelf op het landgoed wonen of werken, hij verhuurde het land aan een pachter in ruil voor een deel van de opbrengst.

Overijssel maakte tot 1528 deel uit van het bisdom Utrecht en werd ook wel het Oversticht genoemd. De bisschop was zowel geestelijk als wereldlijk heer. Na 1528 kwam de souvereiniteit over Overijssel aan de vorsten uit het Habsburgse Huis, eerst Karel V en later Philips II. Na de Opstand kwam die soevereiniteit tenslotte aan de Staten van Overijssel. Het leenstelsel werd in 1805 afgeschaft. Voor die tijd was het ook al mogelijk om een leen af te kopen.

Het leenregister voor de Hof gaat terug tot 1379. Waarschijnlijk was de hof voor die tijd ook al een leengoed, maar daar hebben we geen geschreven materiaal van, we zullen het moeten doen met de gegevens uit het leenregister.

De eerste leenman van 1379 tot 1395 voor de Hof, toen nog aangeduid als "To Spolde twe ware, die ene war dat Vleyschgoet ende die ander war Weldansgoet", was Johan Hillingberg. Johan had naast de Hof ook het goed Zalnehorst en een goed in de buurschap Noordmeer bij Ommen.

Johan had een dochter, Elizabeth, die was getrouwd met Wolter Stelling, afkomstig uit Kampen. Wolter en Elizabeth hadden vier kinderen, Johan, Gerrit, Helmich en Herman. Toen Johan Hillingberg rond 1395 overleed verkreeg kleinzoon Gerrit Stelling de Hof in leen. Gerrit overleed in 1407.

Gerrits zoon Gerrit kreeg het leen na de dood van zijn vader. Na het overlijden van Gerrit ging het leen over op zijn zoon Herman Stelling Gerritszoon (1420-1474). Gerrit Stelling was getrouwd met Johanna Hagen, ze hadden drie kinderen, Herman, Cunne en Margarethe (Griete).

Na het overlijden van Herman Stelling nam zijn zus Margarethe het leen over in 1474. Margarethe was getrouwd met Hasseltenaar Johan Oving, die namens zijn vrouw hulde bracht bij de bisschop.

Na de dood van Margarethe rond 1497 nam haar zoon Johan Oving het leen over.

In 1512 ging het leengoed over op Johan Cockman, rector van het fraterhuis aan de Praubstraat in Zwolle. Dit gebeurde door een zogenaamde 'opdracht'. Johan Cockman was in 1488 toegetreden tot het fraterhuis en in 1491 rector geworden.


Het fraterhuis was in de 16e eeuw opgericht door de Broeders (fraters) des Gemene Levens, een kloosterorde uit de Moderne Devotie.

Johan Cockman was een zoon van Hendrik Kockman en Aleid van Haersolte.  Johan was getrouwd rond 1500 met Fye Zure.

Rond 1519 overleed Johan Cockman en het leen ging over op zijn minderjarige zoon Hendrik Cockman. De hulde werd gebracht door Hendriks oom Evert Cockman. Evert was een schepen (wethouder) van de stad Zwolle. Hendrik was getrouwd met Geertruid Weyse.

In 1555 droeg Hendrik het leengoed over op Lambert Berentszoon. In 1566 kreeg Hendrik het leen terug. Rond 1575 overleed Hendrik en ging het leen over op zijn zoon Johan Cockman, die getrouwd was met Judith Loese. Johan overleed in 1638, waarna het leen overging op zijn zoon Johan Cockman (1577-1656). Johan was getrouwd met Cecilia van Holthe.

Johan overleed in 1656, zijn dochter Judith Cockman verkreeg het leen, hulde werd gebracht door haar man Simon Glauwe, zoon van Cracht Glauwe en Arnolda ten Bussche. Simon overleed in 1663, Judith hertrouwde met Wynholt Eugenius van Eenschate.

Na het overlijden van Judith Cockman in 1684 ging het leen over op haar dochters Arnolda Geertruid, Johanna Helena en Maria Judith Josina Glauwe. Hulde werd gebracht door Arnolda's echtgenoot Johan Lodewijk van Doetinghem.

Arnolda overleed in 1711, het leen ging over op haar zuster Maria Judith Josina Glauwe en hulde werd gebracht door haar man Everhard Cockman. Judith en Everhard trouwden op 30 mei 1691. Everhard overleed in 1728 en was een zoon van Herman Franciscus Kockman en Josina Elisabeth van der Marssche.

Herman kockman was zoon van Hendrik Kockman en Agnes Penninck. Hendrik was een zoon van Derk Kockman en Fye van Oldeneel. Derk was een zoon van Hendrik Cockman en Geertruid Weyse.

Derk Cockman was een broer van Johan Cockman, Everhard Cockman was dus een verre achterneef van zijn vrouw Maria Judith Josina Glauwe.

In 1743 ging het leen over op Johan Engelbert van Doetinchem, na de dood van zijn moeder Maria Judith Glauwe.

In 1761 ging het leen over op Benedictus van Doetinchem na de dood van zijn vader Johan Engelbert.

Benedictus droeg het leen over op Burchard Johan van Hattum in 1785. Van Hattum (1741-1792) was advocaat en geschiedschrijver van de stad Zwolle. Hij was ongehuwd en had geen nazaten. Het leen vererfde op Willem Landman en zijn dochter Aleida Maria.

Willem of Wilhelmus Landman (1751-1816) was getrouwd met Aleida Willemina van Endt. Ze hadden zeven kinderen, waaronder Aleida Maria.

In 1795 verkocht de familie Landman de Hof aan Jan Janssen van Keulen uit Schelle.

Er is een kleine aanwijzing dat Jan van Keulen daadwerkelijk in Spoolde gewoond heeft. In het dooparchief vinden we een notering waarbij Lisabeth van Keulen uit Spoolde getuige is bij de aangifte van Lisabeth, dochter van Herm Jansen van Keulen en zijn vrouw Hendrina. Jan Janssen was getrouwd met Elizabeth Wiegers Neuteboom.


http://www.genealogieonline.nl/stamboom-meussen-mook-limburg/I35896.php



http://www.historischcentrumoverijssel.nl/hcoroot/Templates/hcoDefault1Archieven.aspx?NRMODE=Published&NRNODEGUID=%7B2692A925-B51E-4F0F-9398-C49168F43039%7D&NRORIGINALURL=/hcoroot/hoofdnavigatie/Collecties/Introductie/Archieven.htm&NRCACHEHINT=NoModifyGuest&mivast=141&mizig=210&miadt=141&miaet=1&micode=0223.1&minr=947840&miview=inv2&milang=nl