zondag 30 juni 2013

De bewoners van de hof

Wie waren de bewoners van de hof te Spoolde? Ik heb daar de afgelopen jaren veel onderzoek naar gedaan en met goed fatsoen kunnen we tot de eerste helft van de 19e eeuw (1800-1850) achterhalen wie er op de hof gewoond hebben. Vooruit, in het leenregister van de hof zien we een eerste bewoner genoemd in 1474: "Dat guet toe Spolde, wesende twee waeren, dair Egbert op te woenen plach ende nu op woent Evert Wesselssoen."

Tot 1795 weten we vooral wie het goed in leen had, daarover in een ander artikel wat meer, maar we weten niet wie er op de hof woonde. Er van uit gaande dat de leenman niet zelf op de boerderij woonde, maar deze verpachtte aan een zogenaamde meijer.

In 1795, lezen we in het leenregister, wordt de hof verkocht aan Jan Jansen van Keulen. Jan is getrouwd met Elisabeth Wichers Neuteboom. Er is niet veel informatie voorhanden, we lezen echter in het doopregister dat Lisabet van Keulen uit Spoolde getuige was bij de aangifte van Lisabet, de dochter van Herm Jansen van Keulen en Hendrina van Keulen uit Schelle.

Uit het kadaster van 1832 weten we dat notaris en Spoolder markerichter Lucas Hendrik Coenraad Nilant eigenaar van de hof was. Lucas was een machtig en welgestelde Zwollenaar die in de zomermaanden verbleef op zijn landgoed IJsselvliet aan de IJsseldijk in Spoolde vlak naast het Katerveer. Over IJsselvliet later meer.

Middels een advertentie uit de Overijsselse courant van 1847 weten we dat de hof gepacht werd door de Zalker Gerrit Jan Kloosterman. Gerrit Jan was getrouwd met Dirkje Gerrits van Dijk en ze hadden twee dochters, Berendje en Hannegien. Hannegien trouwde in 1841 met buurman Jan Aalbers, weduwnaar van Aaltje Zwakenberg uit Westenholte. Jan en Hannegien waren de ouders van Aaltje en Eva Aalbers, de echtgenotes van Hendrik Zwakenberg uit Westenholte en Jan Klei. Een zoon van Hendrik, Derk en een dochter van Jan, Willempje, trouwden in 1908. Overigens waren er innige banden tussen de boeren in Spoolde en Westenholte, later zullen we daar dieper op in gaan.

De hof werd in 1847 te koop aangeboden, waarschijnlijk omdat Gerrit Jan wilde stoppen met het boerenbedrijf en de familie Nilant wel van de hof af wilde. Dochter Berendje was een jaar daarvoor al getrouwd met buurman Willem Denneboom. Uit het hypotheek archief (ondergebracht bij het HCO) weten we dat de boerderij gekocht werd door de Olderbroeker Geertje Hendriks Docter, weduwe van Jan Jans Klei.

Dit was niet geheel toevallig, zoon Hendrik Klei woonde immers sinds 1838 al op de boerderij naast de hof.
Deze hoeve behoorde bij het landgoed de Kortenberg, vlak naast de hof gelegen. (later werd de Kortenberg ook wel Marienheuvel genoemd. Het buitenhuis is echter afgebroken en de bomen op het landgoed gekapt en verkocht, tegenwoordig loopt er de oprit van de brug over het Zwolle-IJsselkanaal) Hendrik was in 1838 getrouwd met Willempje Boumeester, weduwe van Egbert Nijbroek. Egbert was een zoon van Hendrika Zwakenberg en Jurjen Nijbroek, die ooit op de hoeve behorende bij de Kortenberg woonden.

Hendrik werd in 1840 al genoemd in deze advertentie. Het polletje bomen in de advertentie bestaat nog steeds, het ligt tegenwoordig niet meer aan de weg, maar achter het huis van de familie Borst.

Willempje Boumeester was een dochter van Jan Boumeester en Aaltien van de Valkenberg uit Herfte (er staat nu nog steeds een boerderij de Valkenberg in Herfte), een zus van Evert van de Valkenberg, die getrouwd was met Hendrika Zwakenberg na het overlijden van Jurjen Nijbroek. Evert wordt nog genoemd in deze advertentie.

Egbert Nijbroek overleed in 1836 en Willempje hertrouwde met de Oldebroeker Hendrik Klei.

Op 27 mei 1847 wordt de boerderij verkocht aan Geertjen Docter voor 10.260 gulden. Geertjen gaat er zelf niet wonen, maar wel haar zoon Jan Klei, die in 1848 trouwde met Frederika Schroten uit Haerst. Frederika was een achternichtje van Willempje Boumeester.

Veel geluk hebben ze niet gehad, want Jan Klei overleed in 1852. Frederika hertrouwt met Wilhelmus Snel uit Dalfsen op 28 februari 1854. Op 3 februari wordt de inboedel van Frederika in de openbare verkoop gedaan. Hendrik Klei koopt de Hof van zijn moeder Geertjen in januari 1854 voor  10.700,- gulden.

Moeder Geertje Docter overleed op 6 maart 1854 in Oldebroek.

In 1864 overleed Hendrik Klei. Zijn zoon Jan Klei kocht de Hof voor 22.640,- gulden (tegenwoordig zou dat zo’n 228.000 euro zijn geweest).

Op 3 november 1864 trouwde Jan Klei met buurmeisje Eva Aalbers, dochter van Jan Aalbers en Hannigje Kloosterman.

Jan Klei en Eva Aalbers krijgen de volgende kinderen:

- Hendrik Klei (1866-1932) trouwde op 23-02-1899 met Berendiena Veldhuis
- Jan Klei (1867-1836) trouwde  in 1903 met Johanna Kiesebrink (1871-1916)
- Gerrit Klei (1870-1961) trouwde op 23-02-1899 met Geertje de Leeuw (1871-1950)
- Annigje Klei (1875-1964) trouwde op 23-02-1899 met Hendrik de Leeuw (1873-1950)
- Willempje Klei (1877-1953) trouwde op 26-03-1908 met haar neef Derk Zwakenberg (1879-1945)
- Eva Klei (1881-1939) trouwde in 1910 met Aalt Luchtenbelt
- Jansje Klei (1884-1961) trouwde op 30 april 1908 met buurman Frederik Aalbers (1878-1945)

Jan Klei en Eva Aalbers

Toen Willempje Klei in 1908 met Derk Zwakenberg trouwde woonden op de Hof alleen nog maar haar ouders en zusje Eva, die twee jaar later trouwde met Aalt Luchtenbelt.

Derk en Willempje kregen vier kinderen:

- Hendrik (21-01-1909 / 10-06-1975)
- Jan (04-01-1911 / 24-02-1979)
- Derk (26-12-1911 / 08-04-1984)
- Eva (28-08-1917 / 2013)

Opmerkelijk is de naam van Derk, het was (en is) niet gebruikelijk dat een zoon de naam van zijn vader kreeg. De oudste zoon werd in de regel vernoemd naar de grootvader van vaders kant, in dit geval was dat Hendrik. De tweede zoon werd genoemd naar de grootvader van moeders kant, dit werd dus Jan. Ook Eva kunnen we verklaren, dat was de moeder van Willempje, Eva Aalbers.
Maar waarom werd de derde zoon Derk genoemd? Volgens de traditie wordt een derde zoon genoemd naar de oudste broer van vaderskant. Maar Derks broer heette Jan en die naam was al vergeven. Meer broers had Derk niet, het eerstvolgende alternatief is dan de naam van de overgrootvader wat ook de naam van de vader was.

Eva Aalbers overleed in 1919, Jan Klei in 1928. Op het boerenbedrijf werd hard gewerkt, de tractor kwam pas in de jaren zestig. De kinderen Zwakenberg trouwden in en vlak na de oorlog, de boerderij werd opgedeeld om ruimte te bieden aan de startende nieuwe gezinnen.
Hendrik trouwde in januari 1943 met Mientje van ‘t Ende, dochter van Gerrit van 't Ende en Aaltje Klein uit Oldebroek. Ze verhuisden naar de Hertsenberg waar ze een paar kamers huurden. Vader Derk en moeder Willempje woonden aan de zuidelijke kant van de boerderij.

Vader Derk overleed in januari 1945,  zoon Derk trouwde in november van dat jaar met Christina van de Esker, zij verhuisden naar de boerderij van haar ouders op de Spoolderenk. Dochter Eva trouwde met Albert Reuvekamp in februari 1948 en zij bleven wonen bij moeder Willempje tot haar dood in 1953. Jan trouwde in april 1848 met Maria van der Kolk uit Heino, zij woonden in het middendeel van de boerderij.

Na de dood van moeder Willempje verhuisden Eva en Albert naar Westenholte, Jan en Maria schoven een kamer op en Hendrik en Mientje trokken in het noordelijke deel.

Jan en Maria kregen drie kinderen, Willy, Diny en Freek. Hendrik en Mientje kregen vier kinderen, Willy, Gerrit, Derk en Alie.

Jan en Maria bleven wonen op de hof tot 1978. Broer Hendrik was in 1975 al overleden. In 1976 nam zoon Gerrit het deel van zijn vader over en verhuisde met zijn gezin van Kampen terug naar Zwolle. Jan en Maria verkochten hun deel van de hof aan aannemer Jan Stil die de boerderij grondig renoveerde, maar er helaas niet lang van heeft kunnen genieten.

Gerrit woont nog steeds op de hof, samen met zijn vrouw Lieneke Wildeman.


vrijdag 28 juni 2013

De omvang van de hof

Kunnen we nog achterhalen hoe groot de hof vroeger was? Ja, dat is mogelijk, we hebben een advertentie in de Overijsselse courant van 1847 gevonden waarin de hof te koop wordt aangeboden. In deze advertentie wordt niet alleen de toenmalige pachter genoemd, Gerrit Jan Kloosterman, één van onze voorvaderen, maar ook het aantal kavels, keurig op kadastraal nummer.

Die kadastrale nummers kunnen we weer opzoeken op de website van het kadaster www.watwaswaar.nl

Deze website laat de kavels zien, het gebruik ervan en haar eigenaren rond 1832. Langs deze website weten we dat de hof in 1832 eigendom was van notaris en Spoolder markerichter Lucas Hendrik Coenraad Nilant. Lucas zelf woonde op IJsselvliet, een landgoed aan de dijk vlak naast het Katerveer. Tegenwoordig loopt daar nu de A28.

Lucas Nilant had vele bezittingen in Spoolde, evenals zijn nichtje Susanna Agnieta Nilant, afkomstig van zijn grootvader Arnold Greven, een burgermeester van Zwolle.

Lucas Nilant en zijn echtgenote overleden in 1837, de nazaten verkochten veel van de bezittingen, waaronder de naastgelegen boerderij Bloemerserve aan de baron van Lamsweerde en het landgoed IJsselvliet aan graaf mr. Mr. Jacob Hendrik van Rechteren van Appeltern. De hof wordt door de familie Nilant in eigendom gehouden tot 1847, het jaar waarin men besluit de hof te verkopen. 

De reden van de verkoop zou best kunnen zijn gelegen in het feit dat de toenmalige pachter, Gerrit Jan Kloosterman wilde stoppen met het boerenbedrijf. Gerrit Jan en zijn vrouw Dirkje Gerrits van Dijk uit Zalk hadden twee dochters, Hannegien was in 1841 al getrouwd met buurjongen Jan Aalbers en zus Berendje trouwde in 1846 met buurjongen Willem Denneboom. En omdat Gerrit Jan en Dirkje verder geen mannelijke opvolgers hadden lijkt het logisch te concluderen dat ze de boerderij niet meer langer wilden pachten.

Dankzij dit krantenbericht weten we dus welke kavels er bij de hof hoorden. Alles bij elkaar genomen mat het boerenbedrijf ongeveer 22 bunder oftewel 33 hectare. Da's een heel stuk groter dan de huidige omvang. Overigens waren de andere boerderijen in Spoolde ook van deze omvang.

Wellicht dat die omvang nog gebaseerd is op oudere tijden, een hoeve is een oude oppervlaktemaat en is afhankelijk van de regio tussen de 10 en 15 hectare groot. Als het aankwam op het duiden van de omvang van het kapitaal van een welgestelde, dan drukte men dat ook wel uit in het aantal hoeven in bezit of in leen (zie leenstelsel). De hof zou dus twee hoeven groot geweest kunnen zijn. In het leenregister wordt bij de hof te Spoolde gerept over twee waren in Spoolde, een ware zou hetzelfde kunnen zijn als een hoeve.

De hoeve als oppervlaktemaat stamt uit het Karolingische tijdperk (700-900), een tijd waarin vanuit kloosters de woeste gebieden ontgonnen werden. Een te ontginnen gebied werd opgedeeld in hoeven die samen een domein vormden. Centraal in het domein lag de hof, een wat grotere boerderij van waaruit het domein bestuurd werd en waar de goederen bestemd voor de eigenaar (een klooster of een landheer) verzameld werden. Het is goed mogelijk dat de hof in Spoolde ook zo’n centrale boerderij was. Spoolde was in ieder geval ooit een ‘woest gebied’ wat ontgonnen diende te worden en gezien het feit dat de hof eigendom was van de bisschop van Utrecht, is het aannemelijk dat de ontginning gestuurd werd vanuit het bisdom.

Een boerenbedrijf in Spoolde bestond grofweg uit een erf met daaromheen wat land, wat smalle bouwlanden op de enk, hier en daar flinke stukken hooi- en weideland en wat strookjes land langs het weggetje naar Westenholte. En bij elke boerderij hoorden wel wat kleine perceeltjes hakhout.

Toen de marke nog bestond, mocht de pachter of eigenaar van de hoeve ook gebruik maken van de collectieve markegronden, bijvoorbeeld voor het laten grazen van vee. De marke was een samenwerkingsverband van landeigenaren, de zogenaamde erfgenamen genoemd. De marke was zo’n beetje het kleinste bestuursorgaan wat er bestond en aan het hoofd stond een markerichter. Rondom Zwolle had je de marke Spoolde, Westenholte-Voorst, Schelle, Oldeneel, Ittersum, Windesheim et cetera. In Spoolde was in de eerste helft van de 19e eeuw Lucas Nilant de markerichter. In een ander artikel gaan we wat verder in op het fenomeen marke.

Kadastraal gezien werden de kavels in Spoolde en Westenholte aangeduid met een ‘N’. Het gebied ten zuiden van de Willemsvaart, wat feitelijk gezien nog Spoolde was, werd aangeduid met een ‘M’. De Blalo kreeg de letter ‘E’, de grens werd gevormd door de Zandwetering (die tegenwoordig niet verder loopt dan de campus van de hogeschool Windesheim).

De boerderij, als we daarmee het gebouw mogen aanduiden, lag feitelijk gezien centraal tussen de kavels in op een hoog gelegen rivierduin. De oriëntatie is noordwest – zuidoost, de achterkant van de hof ligt aan de weg. Nu lijkt dat onlogisch, maar waarschijnlijk was de hof er eerder dan de weg. De weg had destijds een bedrijfsmatige functie, met paard en wagen werd het hooi van de landen gehaald om opgeslagen te worden in de hooibergen. De weg was simpelweg de korste route van land naar berg.



Opsomming van kavels behorende bij de hof
  • Huis en erf: N 484, 485, 486
  • Stukje land aan de overkant van de Meenteweg: N 460
  • Stuk weiland ter hoogte van oprit Westenholterbrug: N 462 (uit de boedel van Susanna Nilant)
  • Drie weilanden aan de overkant van de Meenteweg: N 454, 455, 456
  • Smal strookje langs de sloot grenzend aan het land voor het huis: N 535 (ter hoogte van de sluis)
  • Smal strookje hakhout op de Spoolderenk, aan weerszijden Spoolderenkweg: N 539, 540, 541 (ter hoogte van Esselink)
  • Stukken bouwland op de Spoolderenk, ter hoogte van de waterzuivering: N 560, 565, 571, 572, 574
  • Strook bouwland op de Spoolderenk (in de flauwe bocht Spoolderenk, vlak voor Bos, aan weerszijden weg): N 552, 557a, 563
  • Groot perceel + klein strookje hooiland ter hoogte van remise Connexion: N 586, 588
  • Smalle stroken bouwland pal naast de weg naar Westenholte (Turnhoutswegje) ter hoogte van betoncentrale: N 589, 591, 593, 596 en aan de overzijde N 368.
  • Stuk bouwland op de Spoolderenk voorbij Knol: N 611
  • Stuk bouwland op de Spoolderenkweg nr 10: N 654
  • Klein stukje weiland vlak bij de Spoolderberg: N 396
  • Kavel N 776: in 1832 nog niet bekend
  • Strook hooiland in de Rietslagen achter het Engelse werk: M 40

Voor de oprichting van het kadaster hadden de kavels geen nummering, maar werden ze aangeduid met een naam, zoals bijvoorbeeld de Kloosterkamp of de rode enk. Deze veldnamen zijn ook na de komst van het kadaster in gebruik gebleven bij de Spooldernaren, maar in de loop der tijd een beetje in de vergetelheid geraakt. Ben wel benieuwd of we de bovengenoemde kavels nog kunnen herleiden naar de juiste veldnaam. Wie helpt mij mee? 


vrijdag 21 juni 2013

Terug in de tijd

De geschiedenis van de hof gaat heel ver terug in de tijd. De meeste details weten we over de periode na de Tweede Wereldoorlog, simpelweg omdat de familieleden die toen op de boerderij woonden nog in leven zijn. Over de eerste helft van de vorige eeuw weten we een stuk minder, we hebben gelukkig nog foto’s van familieleden die toen op de hof woonden (en nu niet meer leven), we hebben de verhalen uit de overlevering en we kunnen een beroep doen op archieven.

Om te weten hoe het in de eeuw daarvoor was kunnen we niet meer terecht bij de familieleden zelf. Alle bewoners van de hof geboren in de 19e eeuw zijn de afgelopen eeuw overleden. Gelukkig bieden de schriftelijke bronnen uitkomst, er is vanaf begin 19e eeuw veel vastgelegd. Niet alleen in kranten, maar ook in allerlei archieven, met name die van het kadaster.

Gaan we nog verder dan de 19e eeuw, dan komen we terecht in het leenregister van de bisschop van Utrecht (en later die van de provincie Overijssel). En we kunnen de diverse doop- en trouw-boeken raadplegen. Hier en daar zijn nog wat oude kaarten waarop de hof staat, zoals de kaart hiernaast. Op deze kaart uit 1781 van H. van Hooff zien we het kasteel Werkeren (ter hoogte van het winkelcentrum in Stadshagen), Westenholte (de Konijnenbelten) en Spoolde. In Spoolde zien we het landgoed de Kortenberg met vlak daarnaast de Hof en Bloemerserve.

Het leenregister is niet gedetailleerd, maar brengt ons wel stapsgewijs van het einde van de 18e eeuw tot aan de tweede helft van de 14e eeuw, midden in de tijd van de heren van Voorst, die hun stamslot op loopafstand van de hof hadden staan. Gezien het feit dat de Stinsboerderij in Westenholte vanaf dezelfde tijd (rond 1379) als de hof een leengoed was mogen we veronderstellen dat de geschiedenis van het kasteel Voorst gerelateerd is aan de geschiedenis van de nabijgelegen boerenhoeven. Welvaart was in die tijd immers sterk gerelateerd aan grondbezit en de heren van Voorst waren in hun tijd zeer welvarend.

De geschiedenis van het kasteel Voorst gaat nog een paar eeuwen verder terug in de tijd. Ze wordt al genoemd in de 10e eeuw, men vermoedt dat er toen al een burcht gestaan heeft in Westenholte, aan de rand van het toen nog moerassige en onontgonnen Mastenbroek.

Was er in die tijd wel bewoning mogelijk in Spoolde en Westenholte? Voor wat betreft Westenholte wel, de boerderijen in die tijd lagen allemaal op een hooggelegen rivierduin, de Konijnenbelten genaamd. Deze rivierduin kan gezien worden als de meest zuidelijke grens van de polder Mastenbroek en geologisch gezien ligt ze in het verlengde van de lange rivierduin waarop Assendorp, de Zwolse binnenstad (het oudste deel), de Kamperpoort en Frankhuis zijn gebouwd.

De ouderdom van de stad Zwolle geeft ook een indicatie over de ouderdom van de naburig gelegen nederzettingen. De oudste schriftelijke melding van Zwolle komt uit een oorkonde uit 1040, toen de aan Sint Michaël gewijde parochiekerk door de bisschop van Utrecht aan het kapittel van Deventer werd geschonken. Als er al in 1040 bewoning mogelijk was op de zandhoogten in Zwolle, dan was dat ook mogelijk in Westenholte en Spoolde. De IJssel was overigens in die tijd nog niet volledig bedijkt, een echte dijk werd pas aangelegd vanaf 1308, toen de bisschop dijkregels opstelde waardoor een systematische aanleg en onderhoud van de dijk vanaf Deventer tot aan de zuiderzee mogelijk werd. Voor die tijd kreeg men regelmatig natte voeten\ en ondanks de vruchtbare klei die werd afgezet, hield men de boel toch liever droog. Overigens brak de IJsseldijk ook nog wel eens door, tot aan de 19e eeuw kwamen overstromingen voor.

In 2009 is in Westenholte een boerderij uit de 12e eeuw in de buurt van de WVF sportvelden opgegraven. Er zijn in Ittersum zelfs grondsporen uit de Bronstijd gevonden, zo'n 800 jaar voor Christus, maar de vraag is of er continue bewoning is geweest in deze streek tussen de Bronstijd en de Middeleeuwen. Vermoedelijk hebben hier in de Romeinse tijd (tot 500 na Christus) Saksische stammen gewoond, die na de val van het Romeinse rijk verdreven zijn door de Franken. De nederzetting Zwolle is hoogstwaarschijnlijk gesticht door Frankische soldaten, gezien het feit dat het parochiekerkje opgedragen is aan de aartsengel Michaël.


Spoolde lijkt veel op Westenholte. Het hoogste deel van Spoolde is de Spoolderberg, een langgerekte, gebogen rivierduin die loopt vanaf het Engelse Werk tot aan Scania. Op de punten van de Spoolderberg vinden we de oudste bewoning. De Spoolderberg was vroeger een belangrijke plaats van samenkomst. De landsheer, de bisschop van Utrecht, hield op de Spoolderberg de vergaderingen met zijn edelen en de stedelijke afgevaardigden.

Het landschap in die tijd was anders dan nu. Uiteraard weten we niet precies hoe het er duizend jaar geleden uitzag, maar we hebben wel een idee. Het gebied zal in ieder geval bosrijk zijn geweest, op de droge rivierduinen groeiden zware bomen, zoals eiken. Op de lagere gedeelten zullen vooral berken het goed gedaan hebben. De boeren zullen hun simpele houten hoeven op droge plekken gebouwd hebben, waarschijnlijk aan de randen van de rivierduinen. De akkers, essen of enken genaamd, zal men op het overgangsgebied tussen klei en rivierduin aangelegd hebben. Groenten doen het niet goed in te natte grond. De bemesting kwam uit eigen stal en elk jaar werd de es of enk wat hoger. Buiten de akkers lagen de wei- en hooilanden.


De hoeven in die tijd stelden niet veel voor, het waren eigenlijk niet meer dan simpele houten schuren, waarbij het vee en het boerengezin gezamenlijk bij elkaar sliepen. De daken waren bedekt met plaggen of, als het in de buurt beschikbaar was, riet. Pas veel later werden de boerderijen opgetrokken uit baksteen en eventueel bedekt met dakpannen. 

De boeren langs de IJssel hebben zich door de 'vette weiden' vooral toegelegd op melkvee. Maar de boerenbedrijven waren toch ook in hoge mate zelfvoorzienend, naast de wei- en hooilanden beschikte men over een aantal akkers op de enken en moestuinen rond het boerenerf. En men hield uiteraard kippen, ganzen, varkens, geiten en paarden.


In de 19e eeuw gingen de IJsselboeren zich ook toeleggen op het telen van fruitbomen. Het weiland voor de hof was tot ruim na de Tweede Wereldoorlog een zogenaamde bongerd.

In de uitsnede van een kaart uit 1871 van Spoolde zien we in het land voor de hof al een boomgaard. Overigens zien we hier ook het bos op de Kortenberg, wellicht ooit aangepland door dokter Ramaer, de eigenaar van de Kortenberg in de eerste helft van de 19e eeuw.



woensdag 19 juni 2013

Welkom

Welkom bij de Hof te Spoolde! Geïnspireerd door mijn vader, Gerrit Zwakenberg, ben ik een jaar of wat geleden begonnen aan een onderzoek naar de geschiedenis van de boerderij aan de Meenteweg in Spoolde en de familie Zwakenberg. Ik heb heel veel materiaal kunnen verzamelen; Veel archief-informatie is de laatste jaren beschikbaar gekomen via het Internet, maar ook dankzij de archieven van het Historisch Centrum Overijssel (HCO) ben ik aardig wat te weten gekomen. En natuurlijk is de familie Zwakenberg zelf een betrouwbare bron van informatie. Helaas zijn sommigen van de verwanten niet meer onder ons, met het heengaan verdwijnt ook een stukje kennis van het verleden. Daar moeten we ons bij neerleggen, het is niet anders, maar misschien kunnen we met de verzamelde verhalen een stukje herinnering in leven, in ere houden. Voor nu, voor ons, maar vooral ook voor het nageslacht.
Beetje bij beetje zal ik de verzamelde informatie plaatsen op deze website. En het zou leuk zijn als u meehelpt met bijdragen, correcties, reacties, nieuwtjes, opmerkelijke zaken of wat dan ook. In feite weet ik immers nog maar een schijntje van wat allemaal gebeurd is op de Hof in Spoolde. En natuurlijk hoeven we niet alles te weten, maar wat interessant is wil ik graag met u delen.

Zwolle juni 2013, Ruud Zwakenberg

Introductie

De boerderij aan de Meenteweg 12-14 werd ooit de Hof te Spoolde genoemd. De geschiedenis van de hoeve gaat heel ver terug, in het leenarchief van de bisschop van Utrecht, de toenmalige leenheer van Overijssel, wordt de hof in 1379 al genoemd. Dat was de tijd van de heren van Voorst, hun stamslot in Westenholte was in 1379 net door de bisschop met de grond gelijkgemaakt.

In het midden van de 19e eeuw kwam de boerderij in het bezit van de familie Klei. Spoolde was toen nog een dunbevolkt gehucht met her en der wat boerderijen. Al in de eerste helft van de 20ste eeuw kwam de hoeve door het huwelijk van Willempje Klei met Derk Zwakenberg uit Westenholte in handen van onze familie.

Na de oorlog werd de boerderij in tweeën gesplitst, twee zoons van Derk en Willempje, Jan en Hendrik, namen elk een deel van de hoeve onder hun hoede.
Het boerenbedrijf werd echter steeds minder rendabel en met het overlijden van beide broers in de jaren zeventig kwam ook een einde aan het beroepsmatige gebruik van de hoeve. Beide helften werden verkocht en verbouwd tot comfortabele woonhuizen. Het kleinste deel bleef in de familie. Een kleinzoon van Derk, Gerrit Zwakenberg, houdt samen met zijn vrouw Lieneke het boerenleven op een ontspannen manier in stand.

Qua ontwerp is de Hof een zogenaamde T-boerderij, een langs de IJssel veel voorkomende boerderij-type. Het T-ontwerp is eigenlijk niks anders dan een traditioneel hallenhuis met daar dwars op een woonhuis. Uniek aan de Hof is echter de U-vorm, waarbij het dwarse woonhuis helemaal is doorgetrokken tot aan de naastgelegen schuur. Hierdoor vormt de boerderij één U-vormig geheel. De nabij gelegen hoeve aan de Nilantsweg 101-103 heeft precies hetzelfde U-vormige ontwerp, maar buiten Spoolde is deze vorm zeldzaam. De hoeve aan de Nilantsweg was overigens ooit het eigendom van de familie Aalbers, nauw verwant aan de familie Klei en Zwakenberg. Ook op deze hoeve woont nog steeds een nazaat van de familie Aalbers.

D'r hof kent een lange en rijke historie. De komende tijd zal ik delen uit de historie publiceren op deze blog. In ieder geval alvast veel leesplezier toegewenst.