Kunnen we nog achterhalen hoe groot de hof vroeger was? Ja, dat is mogelijk, we hebben een advertentie in de Overijsselse courant van 1847 gevonden waarin de hof te koop wordt aangeboden. In deze advertentie wordt niet alleen de toenmalige pachter genoemd, Gerrit Jan Kloosterman, één van onze voorvaderen, maar ook het aantal kavels, keurig op kadastraal nummer.
Die kadastrale nummers kunnen we weer opzoeken op de website van het kadaster www.watwaswaar.nl
Deze website laat de kavels zien, het gebruik ervan en haar eigenaren rond 1832. Langs deze website weten we dat de hof in 1832 eigendom was van notaris en Spoolder markerichter Lucas Hendrik Coenraad Nilant. Lucas zelf woonde op IJsselvliet, een landgoed aan de dijk vlak naast het Katerveer. Tegenwoordig loopt daar nu de A28.
Lucas Nilant had vele bezittingen in Spoolde, evenals zijn nichtje Susanna Agnieta Nilant, afkomstig van zijn grootvader Arnold Greven, een burgermeester van Zwolle.
Lucas Nilant en zijn echtgenote overleden in 1837, de nazaten verkochten veel van de bezittingen, waaronder de naastgelegen boerderij Bloemerserve aan de baron van Lamsweerde en het landgoed IJsselvliet aan graaf mr. Mr. Jacob Hendrik van Rechteren van Appeltern. De hof wordt door de familie Nilant in eigendom gehouden tot 1847, het jaar waarin men besluit de hof te verkopen.
De reden van de verkoop zou best kunnen zijn gelegen in het feit dat de toenmalige pachter, Gerrit Jan Kloosterman wilde stoppen met het boerenbedrijf. Gerrit Jan en zijn vrouw Dirkje Gerrits van Dijk uit Zalk hadden twee dochters, Hannegien was in 1841 al getrouwd met buurjongen Jan Aalbers en zus Berendje trouwde in 1846 met buurjongen Willem Denneboom. En omdat Gerrit Jan en Dirkje verder geen mannelijke opvolgers hadden lijkt het logisch te concluderen dat ze de boerderij niet meer langer wilden pachten.
Dankzij dit krantenbericht weten we dus welke kavels er bij de hof hoorden. Alles bij elkaar genomen mat het boerenbedrijf ongeveer 22 bunder oftewel 33 hectare. Da's een heel stuk groter dan de huidige omvang. Overigens waren de andere boerderijen in Spoolde ook van deze omvang.
Wellicht dat die omvang nog gebaseerd is op
oudere tijden, een hoeve is een oude oppervlaktemaat en is afhankelijk van de
regio tussen de 10 en 15 hectare groot. Als het aankwam op het duiden van de
omvang van het kapitaal van een welgestelde, dan drukte men dat ook wel uit in
het aantal hoeven in bezit of in leen (zie leenstelsel). De hof zou dus twee
hoeven groot geweest kunnen zijn. In het leenregister wordt bij de hof te
Spoolde gerept over twee waren in Spoolde, een ware zou hetzelfde kunnen zijn
als een hoeve.
De hoeve als
oppervlaktemaat stamt uit het Karolingische tijdperk (700-900), een tijd waarin
vanuit kloosters de woeste gebieden ontgonnen werden. Een te ontginnen gebied
werd opgedeeld in hoeven die samen een domein vormden. Centraal in het domein
lag de hof, een wat grotere boerderij van waaruit het domein bestuurd werd en
waar de goederen bestemd voor de eigenaar (een klooster of een landheer)
verzameld werden. Het is goed mogelijk dat de hof in Spoolde ook zo’n centrale
boerderij was. Spoolde was in ieder geval ooit een ‘woest gebied’ wat ontgonnen
diende te worden en gezien het feit dat de hof eigendom was van de bisschop van
Utrecht, is het aannemelijk dat de ontginning gestuurd werd vanuit het bisdom.
Een boerenbedrijf
in Spoolde bestond grofweg uit een erf met daaromheen wat land, wat smalle
bouwlanden op de enk, hier en daar flinke stukken hooi- en weideland en wat
strookjes land langs het weggetje naar Westenholte. En bij elke boerderij
hoorden wel wat kleine perceeltjes hakhout.
Toen de marke nog
bestond, mocht de pachter of eigenaar van de hoeve ook gebruik maken van de collectieve
markegronden, bijvoorbeeld voor het laten grazen van vee. De marke was een
samenwerkingsverband van landeigenaren, de zogenaamde erfgenamen genoemd. De
marke was zo’n beetje het kleinste bestuursorgaan wat er bestond en aan het
hoofd stond een markerichter. Rondom Zwolle had je de marke Spoolde,
Westenholte-Voorst, Schelle, Oldeneel, Ittersum, Windesheim et cetera. In
Spoolde was in de eerste helft van de 19e eeuw Lucas Nilant de
markerichter. In een ander artikel gaan we wat verder in op het fenomeen marke.
Kadastraal gezien
werden de kavels in Spoolde en Westenholte aangeduid met een ‘N’. Het gebied
ten zuiden van de Willemsvaart, wat feitelijk gezien nog Spoolde was, werd
aangeduid met een ‘M’. De Blalo kreeg de letter ‘E’, de grens werd gevormd door
de Zandwetering (die tegenwoordig niet verder loopt dan de campus van de hogeschool
Windesheim).
De boerderij, als
we daarmee het gebouw mogen aanduiden, lag feitelijk gezien centraal tussen de
kavels in op een hoog gelegen rivierduin. De oriëntatie is noordwest –
zuidoost, de achterkant van de hof ligt aan de weg. Nu lijkt dat onlogisch,
maar waarschijnlijk was de hof er eerder dan de weg. De weg had destijds een
bedrijfsmatige functie, met paard en wagen werd het hooi van de landen gehaald
om opgeslagen te worden in de hooibergen. De weg was simpelweg de korste route
van land naar berg.
Opsomming van
kavels behorende bij de hof
- Huis en erf: N 484, 485, 486
- Stukje land aan de overkant van de Meenteweg: N 460
- Stuk weiland ter hoogte van oprit Westenholterbrug: N 462 (uit de boedel van Susanna Nilant)
- Drie weilanden aan de overkant van de Meenteweg: N 454, 455, 456
- Smal strookje langs de sloot grenzend aan het land voor het huis: N 535 (ter hoogte van de sluis)
- Smal strookje hakhout op de Spoolderenk, aan weerszijden Spoolderenkweg: N 539, 540, 541 (ter hoogte van Esselink)
- Stukken bouwland op de Spoolderenk, ter hoogte van de waterzuivering: N 560, 565, 571, 572, 574
- Strook bouwland op de Spoolderenk (in de flauwe bocht Spoolderenk, vlak voor Bos, aan weerszijden weg): N 552, 557a, 563
- Groot perceel + klein strookje hooiland ter hoogte van remise Connexion: N 586, 588
- Smalle stroken bouwland pal naast de weg naar Westenholte (Turnhoutswegje) ter hoogte van betoncentrale: N 589, 591, 593, 596 en aan de overzijde N 368.
- Stuk bouwland op de Spoolderenk voorbij Knol: N 611
- Stuk bouwland op de Spoolderenkweg nr 10: N 654
- Klein stukje weiland vlak bij de Spoolderberg: N 396
- Kavel N 776: in 1832 nog niet bekend
- Strook hooiland in de Rietslagen achter het Engelse werk: M 40
Voor de oprichting van het kadaster hadden de kavels geen nummering, maar werden ze aangeduid met een naam, zoals bijvoorbeeld de Kloosterkamp of de rode enk. Deze veldnamen zijn ook na de komst van het kadaster in gebruik gebleven bij de Spooldernaren, maar in de loop der tijd een beetje in de vergetelheid geraakt. Ben wel benieuwd of we de bovengenoemde kavels nog kunnen herleiden naar de juiste veldnaam. Wie helpt mij mee?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten